In ons beenmerg bevinden zich de stamcellen die de productie van rode bloedcellen, bloedplaatjes en witte bloedcellen verzorgen. Deze stamcellen kunnen worden getransplanteerd. Voor deze transplantatie worden de termen beenmergtransplantatie en hematopoietische (bloed)(stam)celtransplantatie (HCT) nogal eens door elkaar gebruikt. Formeel wordt met beenmergtransplantatie bedoeld het transplanteren van stamcellen die zijn afgenomen bij de donor middels beenmergpuncties onder narcose op de operatiekamer. Met perifeer bloed hematopoietische (stam)celtransplantatie wordt bedoeld het transplanteren van cellen die worden verkregen door middel van een bij de donor onderhuids gespoten groeifactor waardoor de stamcellen vanuit het beenmerg naar het bloed worden gemobiliseerd. Deze kunnen dan vervolgens middels een zogenaamde afereseprocedure uit het bloed worden gefilterd. Tegenwoordig betreft meer dan 95 procent van de transplantaties het transplanteren van gemobiliseerde bloed(stam)cellen.
Hieronder wordt nader uitgelegd hoe de procedures voor deze behandelingen verlopen. Daarvoor is het ook nodig te begrijpen hoe chemotherapie werkt en waarom hoge doses gebruikt worden bij een deel van de transplantaties.
Bij chemotherapie en ook bij bestraling (radiotherapie) wordt een behandeling gegeven waarbij kwaadaardige cellen soms volledig, soms deels zullen worden gedood. Gezonde cellen zijn vaak beter bestand tegen chemo- en/of radiotherapie dan kwaadaardige cellen en zullen daardoor kunnen herstellen indien de gekozen dosis niet dodelijk is voor de gezonde cellen, terwijl bij deze dosis kwaadaardige cellen wel grotendeels kunnen worden uitgeschakeld. Bij ‘gewone’ chemotherapie wordt zo veel toegediend dat de reservefunctie van de bloedaanmaak intact blijft. Dit betekent dat er een grens is aan de hoeveelheid chemotherapie die gegeven kan worden. Soms zouden we méér willen geven om de kwaadaardige cellen beter te kunnen uitschakelen, maar dat kan niet, omdat dan het beenmerg met de gezonde stamcellen te veel zou worden beschadigd en er dus geen bloedaanmaak zal plaatsvinden.
De oplossing voor dit probleem bestaat uit het verzamelen van stamcellen, met het doel die vervolgens – na het geven van zeer intensieve chemo- en/of radiotherapie – te kunnen geven.
Verschillende soorten hematopoietische stamceltransplantatie (HCT)
Er zijn verschillende soorten stamceltransplantaties, onder andere afhankelijk van de donor van deze stamcellen:
- Autologe HCT (‘auto’ = zelf). Bij deze vorm van HCT krijgen patiënten hun eigen stamcellen terug die tijdelijk zijn opgeslagen in vloeibare stikstof. Zie voor meer informatie Autologe stamceltransplantatie.
- Allogene HCT (‘allogeen’ = vreemd). Bij deze vorm van HCT krijgen patiënten stamcellen van iemand anders. Zie voor meer informatie Allogene stamceltransplantatie.